Herken de signalen en voorkom uitval door Burn-out

Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden waren er in 2020 1,2 miljoen werknemers met burn-out klachten. Dit gaat om zo’n 15% van alle werknemers in Nederland. Een groots aantal dat in de media omschreven wordt als een burnout epidemie.

Burn-out of burn-out klachten?

Hoogleraar Wilmar Schaufeli en stressexpert Jan Jaap Verolme nuanceren dit beeld in hun recent verschenen boek ‘De burn-out bubbel’ en geven aan dat het verschil tussen mensen met burn-outklachten en een daadwerkelijke burn-out benadrukt moet worden. Het aantal burn-out gevallen met uitval is duizenden gevallen per jaar. Daarmee is dit redelijk stabiel over de afgelopen jaren.

Ondanks dat er dus geen sprake is van een burn-out epidemie, laten de cijfers wel zien dat burn-out- en overspanningsklachten serieus genomen moeten worden.

Wat ligt hieraan ten grondslag?

Druk van buitenaf

Stress. In de van Dale aangeduid als ‘aanhoudende geestelijke druk, spanning’. Stress ontstaat zodra van buitenaf druk op iemand wordt uitgeoefend. Deze externe druk wordt een stressor genoemd. Het verschilt van persoon tot persoon hoeveel stressoren iemand aan kan. Daarnaast beleeft iedereen stress op een andere manier en wordt dit voor een groot deel bepaald door onbewuste en aangeleerde patronen.

Ter illustratie: ben je iemand die overal ja op zegt? Ook als je vanbinnen voelt dat je er eigenlijk geen ruimte voor hebt? Dan heb je mogelijk een onbewust patroon waarin je je ondergeschikt maakt aan anderen. Dit kan tot uiting komen in een vorm van opoffering waardoor je constant over jouw eigen grens gaat.

Hiermee ontstaat een vicieuze cirkel waarin collega’s of anderen uit jouw omgeving verwachten dat ze bij jou altijd aan het juiste adres zijn.

Een kleine hoeveelheid stress kan er echter voor zorgen dat prestaties verbeteren. Pas zodra de grens wordt overschreden en men niet meer in staat is om de spanning te verminderen is er sprake van te veel / ongezonde stress. Deze grens ligt voor iedereen op een ander punt.

“Het gaat niet om objectieve werkeisen zoals de gemaakte uren. De beleving van de werknemer staat centraal.”

Gezonde of ongezonde stress?

Hoe kun je bepalen of er sprake is van gezonde versus ongezonde stress? Het Job Demands Resources Model neemt de balans tussen werkeisen en energiebronnen als uitgangspunt. Over het algemeen geldt dat werkeisen, zoals werkdruk, niet per definitie stressvol zijn.

Werkeisen zijn stressvol als er sprake is van langdurig hoge werkeisen zonder mogelijkheid tot herstel. Uiteindelijk kan dit leiden tot burn-outklachten of zelfs uitval. De aanwezigheid van energiebronnen zoals sociale steun of het hebben van een duidelijke rol vermindert de negatieve invloed van werkeisen op burn-out. Met name in situaties waarin veel werkstress aanwezig is.

Burn-out wordt dus hoofdzakelijk veroorzaakt door een disbalans tussen hoge werkeisen en onvoldoende hulpbronnen. Problemen in de privésfeer en persoonlijke kwetsbaarheden hebben hierbij een faciliterende rol.

Vroegtijdig signalen oppikken

Preventie van overspanning is de beste remedie tegen een burn-out. Het is dus belangrijk voor zowel de persoon zelf, als de werkgever, loopbaancoach en anderen uit de omgeving om signalen van vermoeidheid, uitputting en overspanning tijdig op te pikken, te erkennen en erover in gesprek te gaan.

Mogelijk wordt er een disbalans ervaren tussen de werkeisen en energiebronnen.
Allereerst is het van belang om samen te onderzoeken hoe de werknemer de werkeisen ervaart. Belangrijk: het gaat hier niet om objectieve werkeisen zoals de gemaakte uren. De beleving van de werknemer staat centraal. Het kan zijn dat je als leidinggevende of werkgever anders naar de werkeisen kijkt dan de werknemer.

Wees je hiervan bewust en sta open voor de belevingswereld van de ander. Zoals genoemd kunnen aangeleerde en onbewuste patronen een aanleiding zijn van de stressvolle werkbeleving en/of ineffectief coping gedrag van de werknemer.

Energiebronnen versterken

Ten tweede dienen de energiebronnen versterkt te worden. Het gaat hier om welke aspecten van het werk functioneel zijn om aan de werkeisen te voldoen, maar die ook de groei en ontwikkeling van de werknemer stimuleren.

Hoe meer energiebronnen de werknemer tot zijn beschikking heeft, des te hoger de bevlogenheid. Dit leidt vervolgens tot betere inzetbaarheid en prestaties van de werknemer.

Middels de ACT-meting wordt inzicht gegeven in iemands onbewuste patronen en potentiële energiebronnen. Het laat zien waar de kracht van de werknemer ligt én geeft een beeld van wat er intern gebeurt zodra er druk op de ketel komt. De werknemer weet dan waar zijn gedrag of gevoel vandaan komt en kan hier anders op handelen om zodoende in zijn kracht te blijven.

Benieuwd welke onbewuste patronen de ACT-meting nog meer inzichtelijk kan maken? Download ons e-book over burn-out management.